COLUMNS HEINO KOERIER 31 T/M 40

Sinds december 1992 ben ik betrokken bij het schrijven van een column voor de Heino Koerier. Een klein huis-aan-huisblad. Aanvankelijk schreef ik om en om met ds. Cor Harryvan uit Lemelerveld. Later schreef ik iedere maand de column. Momenteel schrijf ik nog steeds en hoop het nog enige tijd te kunnen volhouden. Hieronder de niummers 31 t/m 40.
Wil je reageren op 1 of meerdere columns? Dat kan altijd! Klik hier om een e-mail te sturen.

Lichtstralen 31, december 1996

ECHT WAAR

“De herdertjes lagen bij na-a-a-achte, ze lagen bij nacht in het veld, daar hoorden zij engelen zingen…” En dan hoor je tegenwoordig op het voet­bal­veld nogal eens : “Ajax…Ajax…”

Ja, de wereld verandert. Ook in gesprekken kun je het merken. Jezus of God lijken wel stopwoordjes geworden. Je komt ze overal tegen. Het valt vaak niet eens meer op, zo gewoon klinkt het. Je moet er maar eens op letten als je naar cabaret, een film of een soapserie kijkt. Maar ook in  radioprogramma’s, toneel­stukken en in boeken komt het voor.

Het gebruik van vloeken, grove- en soms ook racistische taal lijkt steeds normaler te worden. Het valt ons nog wel op als er een aantal voetbal­supporters de boel verzie­ken en elkaar te lijf gaan met vuist en grove taal. We horen het ook nog wel als er iemand een driftbui heeft. Maar in het gewone dagelijkse leven letten we er niet meer op. Het gebruiken van deze woorden ‘sluipt’ er gewoon in. Ga maar eens na of jij het nog hoort als er op de tv wordt gevloekt en hoe je er op reageert? Mompel je mis­schien nog zoiets als: “Nou, nou, moet dat nu?”. Of blijf je gewoon kijken? Ik heb de indruk dat ook veel gelovigen nauwe­lijks meer reage­ren. “Grof taalgebruik hoort er in bepaalde situaties nu eenmaal bij”, maken we elkaar wijs.

Waarom schrijf ik hier nu over? In ieder geval ook omdat het bijna kerst is. Een feest dat verreweg de meeste mensen aanspreekt. Uit traditie gaan er tijdens de kerstdagen meer mensen naar de kerk, en anderen kijken naar de nachtmis op tv. Het hoort er zo bij. Je raakt ontroerd wanneer het “Ere zij God” klinkt en zingt mee. En ook de herdertjes liggen regelmatig bij nacht in het veld. Alleen zingen de engelen nu “Ere zij God en vrede op aarde”. In de winkels klinken de bekende melodieën.

Maar het is goed om er eens over na te denken wat de woorden beteke­nen. Wéét je wat je zingt en over Wie? Realiseer je je, dat dit kleine kindje in de stal van Bethlehem de Redder van de wereld is? Ook jouw Verlosser wil zijn! Het is Jezus Christus, die er Zelf bewust voor geko­zen heeft om op deze manier naar de wereld te ko­men en voor onze zonden te ster­ven aan het kruis. Hij is de enige weg die naar de Vader leidt. Voor ons mensen is het bijna niet te geloven, maar toch: HET IS WAAR! Dit ‘lieve kleine kindje’, waar we verte­derd van worden, hangt ruim 30 jaar later aan het kruis. Wegge­gooid, verwor­pen. Als je je dat realiseert, dan ga je nog eens bij jezelf na hoe je zelf zijn naam gebruikt. Dan ga je de kerst­liederen meer bewust meezin­gen. Je pakt de Bijbel er bij. Misschien voor het eerst of sinds lange tijd. Je leest na het kerstdiner het kerstevan­gelie, maar je kunt ook 1 Johannes 4 lezen.

Wat mij betreft, ga eens mee naar de kerk. Zelf ga ik naar de gerefor­meer­de kerk vrijge­maakt in Lange­slag. De aanvangstijden staan in de Heino Koerier.

In ieder geval wens ik iedereen graag heel gezegende kerstdagen en een goede jaarwis­seling.

Benne Solinger

Lichtstralen 32, januari 1997

Water

‘Eric, Eric, Eric..Henkie, Henkie, Henkie..’, grote groepen mensen stonden de helden aan te moedigen. En ze waren er zo’n beetje allemaal, ook Henry, Piet en René. Alleen Evert had een andere keus gemaakt, dit jaar. Neder­land, met ondertus­sen alweer twee Europese schaatskam­pioe­nen, stond op zijn kop. Meer dan elf miljoen televisie­kijkers en ieder had z’n eigen favo­riet. Prachtig hè, die vijftien­de Elfste­den­tocht aan het begin van 1997. Overigens: allemaal nog veel heil en zegen.

Ik heb zo’n vermoeden dat jullie niet alleen naar de “tocht der tochten” hebben gekeken. De meesten zullen ook zelf wel de ijzers hebben ondergebonden. Nu ik dit schrijf is het buiten 8° C. Het ijs vertoont alweer plassen. Schaatstoch­ten, zoals de ‘Van Ben­themtocht’, worden afgelast. Jammer, maar schaatsen over water… dat kan nu een­maal niet.

Dat brengt me trouwens op een bekend Bijbelverhaal. Een voor­beeld van mensen die wel over water hebben gelo­pen. Lees het verhaal van Jezus die over het meer liep maar eens. Echt een ongelooflijk verhaal. Niets van te begrij­pen. Angstaanjagend. Ja, doods­be­nauwd waren ook zijn leerlin­gen. Ze dachten een geestverschijning te zien. Maar liefst drie van hen schrijven er later over, zo’n indruk heeft het kenne­lijk gemaakt. Hoe ging het ook alweer?

De leerlin­gen van Jezus voeren midden in de nacht over een meer. Door de harde wind kwamen ze bijna niet vooruit. Plotse­ling zien ze iemand over het water lopen. Ze denken dat het een spook is. (Marcus 6: 45-52; Johannes 6: 16-21) Mattheus schrijft er het meest uitge­breid over. Petrus, één van de leerlin­gen, begrijpt dat het Jezus is die daar aan komt. Hij vraagt: mag ik naar U toe komen lopen. En dat mag. Maar al snel wordt Petrus bang en dan zakt hij weg, het water in. Zijn schree­uw: “Here redt mij”, wordt door Jezus gehoord en beant­woord. Petrus wordt beetgepakt met de woor­den: ‘Kleinge­lovige, waarom ben je gaan twijfelen?’

Juist over deze laatste woorden moet je eens nadenken. Wat doe jij als ze tot jou zouden worden gezegd? Geloof jij eigenlijk in de kracht van Jezus? Geloof jij dat Hij de enige is die je kan redden? Ga je naar Hem toe als je het niet meer ziet zitten en als je echte hulp nodig hebt? Of twijfel je ook? Het is goed te weten dat je altijd bij Jezus terecht kunt. Daarom is Hij op aarde gekomen, om te helpen. Je kunt natuurlijk ook bij Hem terecht als je blij en gelukkig bent. Je mag Hem altijd aanspre­ken. En je zult Zijn kracht in je leven ervaren als je het doet en blijft doen. Je zult, net als die mensen in de boot, weten: ‘Ja, dit is Gods Zoon.’ (Matteüs 14:33) Lees het eens na!

Benne Solinger

Lichtstralen 33, februari 1997

Doopwater

“Piet.., Johanna Maria.., Jaap.., Egbert.., Fleur.., Kees.., Sjouke.., Esther.. of An­ja, ..ik doop je in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Op datzelfde moment wordt er meestal wat water over het hoofd gesprenkeld of wordt de dopeling helemaal onder­gedom­peld in water.

De vorige keer schreef ik over bevroren water, nu dus over doopwater. Met water kun je veel doen. Je auto wassen, jezelf wassen, het drinken of bij koud weer op schaatsen. Je kunt er ook mee dopen. Ik denk dat de meesten van jullie wel eens een doop hebben meege­maakt. Mis­schien ben je zelf ooit gedoopt toen je klein was, of heb je je kind laten dopen.

Niet zo lang geleden sprak ik met een jonge vrouw die als klein meisje werd gedoopt. Maar over de betekenis van die doop voor haar eigen leven wil ze eigenlijk nog niet naden­ken. Zolang ze jong is, wil ze voluit genie­ten van het leven. En hoewel ze gedoopt is, speelt God daarin (nog) geen rol. “Dat nadenken over mijn doop komt wel als ik ouder ben”, zei ze, “nu is het nog te vroeg om daar mee bezig te zijn.” Ik denk dat zij niet de enige is die er zo over denkt. Veel (jonge) mensen zijn het vast met haar eens. Maar je kunt je afvragen of ze gelijk hebben. Geloven is niet alleen iets voor oude(re) mensen. Ik denk dat het juist heel belang­rijk is om niet te lang te wach­ten met het maken van een keuze voor je Schep­per. Beter nog, je kan die keuze maar beter zo vroeg moge­lijk maken in je leven. Als je gedoopt bent dan mag je weten dat Hij toen al voor jou heeft gekozen, uit liefde. Waarom zou je dan wachten met het beant­woorden van die liefde? Dat doe je toch ook niet met een vriendje of vriendinnetje?

Laten we nog eens kijken naar de betekenis van de doop. Het betekent dat God tegen je zegt: “Ik ben er voor jou. Jij mag mijn kind zijn. Ik wil al jouw fouten en zonden vergeven, omdat Ik van je houd.” Als je ziet dat er iemand gedoopt wordt, mag je daaraan denken. De doop verwijst naar een gebeurte­nis die iedereen wel kent. Ieder jaar wordt er over de hele wereld op Goede Vrijdag gedacht aan de kruis­dood van Jezus. Hij nam tijdens deze wrede manier van ster­ven, in één keer alle zonden op Zich. Het (doop)w­ater wijst eigen­lijk naar dat bloed van Jezus aan het kruis. En net zoals water het vuil van je lichaam afwast, zo wil God door het bloed van Jezus het vuil van je ziel afwassen. Alle dingen die je bewust of onbewust verkeerd hebt gedaan wil Hij vergeven, als je tenminste die doopbelof­te wilt geloven. Daarvoor moet je wel een keus maken en dat mag al heel jong. En als je nog niet gedoopt bent en toch die keus voor die liefdevol­le God wil maken, dan mag dat ook. Hij zal er blij mee zijn.

Benne Solinger

Lichtstralen 34, maart 1997

LEVEND WATER

Kijkend door de microscoop zie je dat er zelfs in gewoon kraanwater heel wat leeft en beweegt. Voor sloot- of zeewater is er niet eens een microscoop nodig. In water zit nu eenmaal leven. Iedereen heeft het nodig, want geen mens kan zonder drin­ken…

Water, ik schreef er de twee voorgaande keren ook over. Net na de Elfste­dentocht was het water nog bevroren. Daarna schreef ik over doopwater, naar aanleiding van een gesprek met een jonge vrouw. En nu dan over levend water.

In het Bijbelboek Johannes kun je in hoofdstuk 4 een gesprek lezen tussen een Joodse man en een Samaritaanse vrouw. Een gesprek dat, zeker in die tijd, ongebruikelijk genoemd kan worden. De man heeft dorst en vraagt een beetje water te drinken aan de vrouw die net aan het putten is. Je kunt merken dat de vrouw heel verbaasd is. Het is ook een vreemd gesprek dat volgt. De man zegt: “als je wist wat God je allemaal wil geven en als je wist met wie je nu stond te praten, dan zou je Hém om water hebben gevraagd. En Hij zou je levend water hebben gegeven, zodat je nooit meer dorst zou hebben.” Als het gesprek verder gaat, wordt duidelijk dat de man het hier niet over echt water heeft. Hij spreekt over geloof, hoop en liefde. Hij heeft het over redding en genade van God de Vader. Hij geeft aan dat God de mensen zo lief heeft, dat het al Kerst geweest is en dat het Goede Vrijdag, Pasen en Pink­steren zal worden. In feite vertelt Jezus, want zo heet de man, van zijn eigen geboorte. Hij profe­teert van zijn komende dood aan het kruis, zijn opstanding, de komst van de Heilige Geest en zijn terugkomst naar de aarde. Hij roept die vrouw, maar ook jou en mij, op om dat te gelo­ven en met Hem op weg te gaan naar het eeuwige leven. Hij maakt de weg vrij om overal ter wereld te kunnen bidden. En voorzichtig beginnen we te begrijpen wat Jezus bedoelt met levend water in een wereld vol haat en nijd.

Hij heeft het over liefde die je hart raakt. Liefde tot je Schep­per. Liefde tot Hem zelf, omdat Hij ook jouw Zaligmaker wil zijn. En vanuit die liefde krijg je liefde voor je mede­mens. Een grandioze liefde die de Heilige Geest in je hart tot een eeuwig durende fontein wil maken. Je moet maar eens lezen hoe het gesprek met die Samaritaan­se vrouw verder gaat. Hoe verbaasd de leerlingen van Jezus zijn, omdat Hij met een vrouw praat. Lees eens hoe de vrouw reageert, hoeveel mensen met haar meegaan en tot geloof komen. Ik kan me voorstellen dat je er veel meer van wilt weten. Lees dus gerust verder in je Bijbel of bel me eens op. Je kunt natuurlijk ook naar de kerk gaan. Bij ons, Langeslag 38 in Laag Zuthem, ben je in ieder geval zondags om 9.30 en om 14.30 uur hartelijk welkom!! Ik wens jullie allemaal goede paasdagen toe.

Benne Solinger

Lichtstralen 35, april 1997

(Weer terug)komen mag!

Lieve iemand, die (soms) niet (meer) kan bidden,

Misschien vind je bidden moeilijk, omdat je het nooit hebt geleerd. Misschien omdat je zelf vindt dat je de verkeerde dingen in je leven kiest. Misschien probeer je wel eens te bidden maar zit er voor je gevoel een soort muur tussen God en jezelf. Misschien bid je wel nooit, omdat je echt denkt dat God niet bestaat. Ik denk dat je het altijd (weer) mag proberen. Hij wacht op jouw gebed, want Hij bestaat echt! Het is Pasen geweest, Pinksteren komt er aan. Probeer ook daar­om ‘deze brief’ eens met een open hart te lezen, alsof het jouw woorden zijn. Gooi ‘de brief’ niet weg als het nu niet gaat, probeer het later nog eens.

Vader, U bent in de hemel“, hoor ik wel eens. Ik heb het ook wel in de Bijbel gelezen of in een kerkdienst gehoord. Maar ik ben er niet zo zeker van, eigenlijk wil ik het uit mezelf niet geloven. Maar als het zo is, geef mij dan alstUblieft dat geloof.

Ik hoor dat ik uw naam moet heiligen. Maar in mijn leven doe ik juist heel vaak dingen, ook al wil ik dat soms niet, die U niet prettig zult vinden.

Uw koninkrijk zal eens terugkomen op aarde“, ja, ja, het zal wel, ik kan me daarbij niets voorstellen. Maar als ik er bij nadenk, voel ik dat als U echt bestaat en terugkomt, dat ik er niet bij zal horen. En heel diep in mijn hart voel ik dat ik meer van U zou willen weten om me wat dichter bij U te voelen.

“Uw wil zal gebeuren in de hemel en op de aarde”. Eerlijk Vader in de hemel, als ik om me heen kijk naar deze wereld en als ik zie hoe ikzelf vaak bezig ben, dan begrijp ik daar helemaal niets van. Waarom laat U al die ellende dan allemaal maar toe? En gelijk denk ik over mezelf na. Waar­om doe ik dan niet mijn best om Uw wil te doen. Waarom kan ik het niet. Heb ik daar dan toch hulp bij nodig? Nou, als dat zo is, helpt U me dan, laat me door uw Geest uw kracht voelen, zodat uw naam ook door mijn leven gehei­ligd wordt.

Geef mij ook vandaag mijn dagelijks eten“. Eigenlijk heb ik, zonder te bidden en te danken, toch elke dag te eten. Nu ik er over nadenk, is dat vreemd want iedere dag sterven er zoveel mensen van honger. Waaraan heb ik dat eten verdient? Ik zou U er toch eigenlijk voor moeten danken, maar ik kan dat niet (meer). Wilt U me het (weer) leren.

De volgende vind ik wel heel moeilijk om mee te zeggen: “Vergeef me mijn verkeerde dingen, zoals ik iedereen vergeef die mij iets schuldig is”. Als ik dat zeg, slaat alles op tilt. Als ik denk hoe ik soms met mijn medemens omga. Eigenlijk vergeef ik niet zo graag, ik maak vaak liever verwijten en echt naar hen luisteren vind ik al even moeilijk. Om dat te verande­ren, heb ik veel hulp nodig. Als U bestaat, help me daar dan bij.

Want van U is het Koninkrijk de kracht en de heerlijkheid, voor altijd”, nou Here God laat dat dan alstUblieft aan mij zien en geef dat ook ík het echt mag weten en geloven. Zodat al mijn vrienden, mijn ouders, mijn echtgenoot en alle anderen het aan me zien.

“Amen”, ja, ik weet dat het waar-en-zeker betekent, maar het lijkt allemaal zo ver weg. Leer me in U geloven, zodat ik echt amen kan zeggen.

Benne Solinger

Lichtstralen 36, mei 1997

Verslagen?

Daar zaten en stonden we dan, met z’n driehonderdvijftigen, in het gebouw met de prachtige naam Vrede. Maar was er vrede in ons hart? Waren er niet veel meer vragen en twijfels? Misschien was er wel opstandigheid en kwaad­heid. Waarom moest dit nu gebeu­ren? Wat moesten we zeggen, als mens? Slechts zeven jaar en nu al gestor­ven. WAA­ROM?

En dan, dan spreekt de dominee over Psalm 103*. “Met hart en ziel wil ik de Here prijzen en Zijn heilige naam loven. Mijn ziel, prijs de Here en vergeet nooit wat Hij allemaal voor goeds heeft gedaan.” En verder: “De Here is vol medelijden, vergeving en genade.” Vol van liefde dus.

En als de kinderen daarna zingen, dat wanneer je geen liefde hebt voor elkaar alle dromen in duigen vallen. Ja, dan gaat er wat uit van dit verdrietige bij elkaar zijn! Dan hoef je je niet verslagen te voelen.

God dienen boven alles en je naaste als jezelf. Is dat niet de samenvat­ting van de Tien geboden? Is dat niet de levensweg waartoe we worden opgeroepen? De weg die onze Schepper ons voorhoudt?

Eelko’s ouders zeiden het: “Dit is niet voor niets gebeurd, dit leven heeft een bedoeling gehad. Eelko was een ster geworden in hun leven. Een jongetje dat liefde gaf. Een kereltje dat genoot van alle kleine dingen. Een mannetje dat voor hen een voorbeeld werd. Door hem gingen ze op een andere manier naar het leven kijken, meer genieten van dingen die ze voorheen over het hoofd zagen.” Prachtig, wanneer je ouders dat hoort zeggen, op zulke intens verdrietige momenten. En prachtig wanneer je dat aan God kunt vertellen.

Verder in Psalm 103 staat: “Hij neemt onze zonden van ons af en doet ze zo ver weg dat we het niet kunnen peilen.” Over liefde gesproken. Over Licht gesproken.

En dan bij het graf, de zon straalt zijn licht. Het “Onze Vader” klinkt uit vele monden. Onwillekeurig denk ik aan de ‘Lichtstralen’ die de zaterdag hiervoor in de Heino Koerier stond. “Uw wil geschiede, in de hemel en op aarde.”

Voor ons vaak niet te begrijpen, zeker nu niet, bij dit graf. Voor ons niet na te volgen. Maar ik hoop en bid, dat deze verdrietige gebeurtenis en dit zware, maar oh zo mooie afscheid van Eelko mag meewerken tot een beter verstaan van onze opdracht hier op aarde. Namelijk: “God liefheb­ben boven alles en onze naaste als ons zelf.”

Benne Solinger * Ik nam de vertaling van HET BOEK

Lichtstralen 37, juni 1997

Zomer! Ook in ons hart!

Heerlijk, nog enkele weken en de vakantietijd breekt aan. De meesten hebben de plannen vast al klaar: Spanje, Grie­ken­land, Frankrijk of Italië. Heerlijke vakantiebestemmingen. Lekker genieten van de zon. Want al schijnt die ook in ons mooie land soms heerlijk, je weet het maar nooit met het weer.­.tò­ch?

Toch valt er ook in Nederland heel wat te genieten. Kijk maar eens om je heen en laat het op je inwerken. Kom er van onder de indruk. De prachtige natuur in Overijssel, de duinen en de zee in de kustgebieden, Friesland met z’n meren en Limburg met die prachtige bossen en heuvels. Kijkend naar die prachtige natuur moet ik denken aan een artikel in die heel oude Neder­landse Ge­loofsbelij­de­nis. Er staat in hoe we God kunnen leren kennen. En dat is niet in de eerste plaats uit de Bijbel, zoals je zou ver­wachten, maar uit de wereld die Hij geschapen heeft en nog steeds onder­houdt en regeert.

Uitgaande van de natuur, met zijn vele verschijningsvormen, is dat wel duidelijk te maken. Lente, zomer, herfst en winter volgen elkaar op. De natuur ver­nieuwt, schittert, sterft af en vernieuwt opnieuw. Jaar in jaar uit, eeuw in eeuw uit. En als je daarbij kijkt naar mens en dier. Prachtig toch, zoveel ver­schillen. Niet alleen in figuur, haar­kleur, mogelijkheden en karakter, maar ook in functie. Daar moet toch wel een enorm creatieve Ontwerper achter zitten, of niet soms?

Maar dan wordt het moeilijker. Als je ziet hoe nu juist die mens omgaat met de natuur (ontbossing, vervuiling), met zichzelf (te veel eten, drankgebruik, roken, drugs), met zijn naaste (roddel, haat, nijd, soms tot vermin­king en doodslag toe) dan vraag je je af: “GOD… regeert Die dit zootje?” Het is te begrijpen dat heel veel mensen dat niet (meer) willen geloven. “Dit kan God niet bedoeld hebben. Als Hij al bestaat is het Hem enorm uit de hand gelopen.” En toch, ook al lijkt dit laatste er op, het is gek genoeg niet zo. Ik denk dat wij eens moeten nagaan of wij zelf geen hand hebben aan veel ellende. Iedereen zou daarom zichzelf enkele vragen moeten stellen en daarop eerlijk antwoor­den.

  1. 1. Op welke manier ga ik om met mijn mede­mens?

(respecteer ik mijn mede- mens, hoe praat ik over hem/haar, benadeel ik hem/haar)

  1. 2. Hoe ga ik om met mezelf?

(leef ik gezond, draait het in de wereld niet vaak alleen om mijzelf)

  1. 3. Op welke manier ga ik om met de natuur en het milieu?

(hoe gooi je je batterijen weg, wat doe je met je afval, hoe gebruik je je brommer of auto?)

Maar er zijn nog veel belangrijker vragen. Vragen waarmee je eigenlijk moet beginnen. Daarmee ga ik in de volgende Lichtstralen verder.

Benne Solinger

Lichtstralen 38, juli 1997

ZOMER! OOK IN ONS HART! (2)

Het is zomer, velen genieten van de vrije tijd in de vakantie. Anderen zijn druk met vakantiewerk of voorbereidingen voor het nieuwe (stu­die) jaar. Maar ook al ben je druk, je zult zo nu en dan toch ook wel genie­ten van de prachtige natuur en (hopelijk) het mooie weer. Aan het einde van de vorige Lichtstralen stelde ik een aantal persoon­lijke vragen over jouw omgang met je naaste, jezelf en de natuur. Maar, zo schreef ik, er zijn nog belang­rijker vragen.

Want, hoe belangrijk het ook is om op een goede manier te leven, toch is dat nog niet het allerbelangrijkste. Met je gedrag en inzet kun je welis­waar invloed hebben op veel dingen. Maar ook al regel je de dingen op jouw manier, het loopt nogal eens anders dan je had gepland. In de vorige Lichtstralen schreef ik over de ordening (lente, zomer, herfst en winter) die tijdens de schep­ping in de natuur is gebracht. Een planning die zo lang de aarde bestaat, zal doorwerken. En in eerdere Lichtstralen ver­wees ik al naar de tien leefregels voor een goede omgang met elkaar en met God. (Exodus 20) Maar juist omdat het naleven daarvan bij ons nogal eens mis loopt, heeft Hij Zijn Zoon naar de aarde laten komen. Deze haalt al die fouten weg en opent zo voor ons de weg tot God.

Ik kan het me voorstellen dat heel veel mensen dit maar een raar geloof vinden. “Het is toch eigenlijk te gek, dat je niet door je eigen manier van leven en op eigen kracht tot God kan komen, maar alleen door een Ander.” Ja, het klinkt apart, misschien zelfs te makke­lijk. Een Ander die jouw zaakjes opknapt… Maar het is echt zo. En het is daarom ook buitenge­woon moei­lijk. Je moet het maar eens proberen om je helemaal toe te vertrou­wen aan die Ander, aan Jezus Christus. En dan kom ik bij de vragen die ik eigenlijk eerst had moeten stellen:

1.         Geloof jij dat God hemel, aarde, mens en dier heeft geschapen?

2.         Zou je Hem om Zijn Geest durven vragen zodat Hij je leven kan veran­de­ren?

3.         Zou je Jezus Christus willen aanvaarden als Redder, die de weg naar God voor jou open maakt?

4.         Zou je je leven voor Hem willen inrichten?

Heel persoonlijke en ook moeilijke vragen. Loop er niet voor weg, denk er over na. Misschien is het goed om in verband met wat hier boven staat Romeinen 10 (zeker vers 9 e.v.) eens te lezen. En als je de Bijbel nu toch openslaat, lees dan in het Oude Testament Psalm 145 er eens bij. Natuurlijk is het ook belangrijk om er met anderen over te pra­ten..en om te bidden. De volgende keer hoop ik met dit onderwerp verder te gaan.

Ik wens jullie allemaal een heel goede vakantietijd.

Benne Solinger

Lichtstralen 39, augustus 1997

ZOMER! OOK IN ONS HART! (3)

Lekker na mijme­ren over de vakantie. Misschien alweer bezig met de voorberei­dingen voor volgend jaar. Het was toch fantastisch, nietwaar? Doen waar je zin in had en genieten van al die dingen waar je het hele jaar nooit aan toe komt.

Voor veel van jullie zal het wel ongeveer zo gegaan zijn. Je kwam ze namelijk overal in Europa tegen, die Nederlanders. Overigens is het best een aparte ervaring, als je op de camping opeens mensen tegenkomt die maar een paar straten van je vandaan blijken te wonen. Het geeft een speciale bin­ding. Je hebt iets dat je deelt en je kan tot gesprek­ken komen die je thuis wellicht niet zo makke­lijk zou voeren.

Maar misschien is voor een aantal van jullie de afgelopen periode wel heel anders gegaan dan je had verwacht of gehoopt. Mis­schien was deze vakantie­tijd wel een heel donkere periode in je leven. Voor het eerst een vakantie zonder je geliefde, iemand deed je veel verdriet of je werd ziek. Je had geen geld voor vakantie of, wat een ellende toch, je bedrijf werd getroffen door de varkens­pest.

Hoe de afgelopen periode ook verlopen is, het is goed om er nog eens bij stil te staan. In de laatste twee Lichtstralen schreef ik: ‘kijk naar de natuur en realiseer je hoe mooi God dat allemaal heeft gemaakt’. Ik schreef over de manier waarop men- sen met elkaar, de natuur en dieren kunnen omgaan en over de levens­houding: ‘God liefhebben boven alles en je naaste als jezelf’. Maar ik realiseer me dagelijks, dat schrijven makkelijker is, dan doen! En ik kan me voorstellen dat er ook wel eens momenten zijn dat je het gevoel hebt dat je hele leven kapot is. Dat het je allemaal niets meer kan interesseren en dat je God en ook je naaste helemaal niet wilt liefhebben.

Toch, en dat wil ik graag doorgeven, is het belangrijk te weten dat de weg naar God altijd open blijft. Je liefdevolle Schepper staat voor je klaar, dag en nacht. Je mag je hele leven aan Hem voorleggen. Hem danken voor alle mooie dingen die je kreeg. Maar je kan ook bij Hem terecht met alle ellende in je leven. Leg het Hem gewoon voor. Vertel Hem je verdriet. Zeg Hem hoe je over de dingen denkt en vraag Hem om kracht, inzicht of geduld! En ook als je dingen (opzette­lijk) verkeerd hebt gedaan wil Hij ze je vergeven. Niet voor niets heeft zo’n 2000 jaar geleden, op Goede Vrijdag, Jezus Christus bewust voor de kruisdood gekozen. Hij wist dat dit de enige manier was om alle fouten die ooit gemaakt worden op deze aarde te kunnen vergeven en de weg tot God open te houden. Velen, zelfs christenen, vinden dit vandaag de dag maar een raar geloof. Het gaat ze een stap te ver. Het is nu eenmaal ook heel moeilijk om je leven helemaal over te geven aan een ander. Laat staan aan Jezus Christus, zo’n historische figuur. Nee, we regelen liever onze zaakjes zelf. ‘Maar’, en ik kan het niet anders schrijven, ‘de enige manier om tot God te komen is via Hem’. Wie gelooft dat er door Jezus genade bij God is, heeft eeuwig leven. En als je dat wilt geloven, krijg je innerlijke rust, ook in moeilijke tijden.

(lees de Psalmen van David (142 en 143) er eens bij na in je Bijbeltje)

Benne Solinger

Lichtstralen 40, september 1997

LEVEN NA DE DOOD?

Heerlijk slenterend door het warme en oh zo gezellige Heino, geniet ik die pomp­avond van de sfeer, de vele mensen op straat, de muziek, de prachtige versierin­gen en nog veel meer.

Opeens wordt mijn aandacht getrokken door het refrein: “Want er is leven, er is leven na de dood”. Pomp­nacht­ gan­gers zingen de eerste grote hit van Freek de Jonge mee. Ik blijf staan luisteren en even later klinkt een lied waar­van de tekst ver­meldt dat er ‘een brief verstuurd wordt aan moeder die hoog in de hemel is’. Het verlan­gen naar vrijheid gelijk­heid en broeder­schap (“dat kleine café aan de haven”) wordt afgewis­seld door “Meis­jes met rode ha­ren….”. Opvallend genoeg zingen ook blondi­nes en bru­net­tes uit volle borst mee dat juist hun ‘roodharige sekse-geno­ten’ heerlijk kunnen kussen. Na een tekst waaruit blijkt dat “ieder­een van de wereld is en de wereld van ieder­een” zingen de aanwezigen, samen met de musici van ‘DeL­uxe’, dat nie­mand het in z’n eentje aankan en even later weer­galmt “You never walk alo­ne” door heel Heino.

Zomaar een kleine impressie mijnerzijds van een paar uur Pomp­dagen. Dagen die er, door een uitstekende organisatie, het prachti­ge weer en de grote creativiteit van zeer veel dorpsgenoten, ook dit jaar weer mochten zijn!

Binnen twee weken na de Pompdagen worden we opgeschrikt door het dodelijk onge­luk van prinses Diana en overlijdt moeder Teresa. De Zwolse Courant vermeldt dat de redactie van Story het geen smakelo­ze sensatie­zucht vindt wanneer foto’s van Diana’s fatale ongeluk zullen worden afdrukt. Zij is nu eenmaal van de hele wereld en daarom wereld­nieuws. Op meerdere plaatsen van de wereld schrijven geschokte mensen brieven en gedichten aan de overleden prinses. In India wordt besloten de weldoen­ster Teresa een staatsbegrafenis te geven.

Ik denk terug aan de teksten die door veel pompnacht gangers werden meege­zon­gen. Ik denk ook terug aan woorden die tijdens de rouwdiensten werden gespro­ken en gezongen. Er is een groot contrast in sfeer en inhoud. Er is leven en er is dood. Dat weten we en dat geeft verantwoordelijkheden. Wíj hebben de moge­lijkheid gekre­gen om te kunnen naden­ken, lezen en praten. We kunnen keuzes maken, zingen, liefhebben en bidden. Daarom zijn vragen over leven na de dood en de mogelijkhe­den van commu­nicatie met overlede­nen voor ons wezenlijk. Maar ook het gezellig knuffelen met je (al dan niet roodha­rige) liefje is belangrijk en het leven in vrede en harmonie met elkaar een groot voorrecht. Maar er is meer. Zelfs als je alleen bent of je jezelf alleen voelt, hoef je niet alleen door deze wereld te gaan. Je mag weten dat er, voor nu en later, een liefheb­bende Vader in de hemel is, die steeds voor je klaar staat en met je wil optrekken. En je mag weten, dat je een heerlijk leven zult krijgen na je dood, als je gelooft in Jezus Christus als je Redder. Over enkele weken zal het boekje “Levens­belangrijke vragen” door de post bij je thuis worden bezorgd. Gooi het niet ongelezen weg. En heb je er vragen over, dan kun je altijd bellen. Dat doen trouwens steeds meer mensen, ook naar aanleiding van de Lichtstralen. Misschien moeten we er eens een avond voor beleggen.

Benne Solinger

Comments are closed.